Onderzoek kost tijd en geld. Tijd en geld dat er vaak onvoldoende is….
Kan het niet goedkoper en sneller is een vraag die de onderzoeker vaak krijgt voorgelegd? Het antwoord is meestal. Ja, maar dan is het niet zo betrouwbaar…..
Veel onderzoek wordt daardoor relatief snel en betaalbaar uitgevoerd. Onderzoekers zijn vaak uitvinders die hebben geleerd om een onderzoek zo slim op te zetten dat je er veel mee kunt.
Een vast hulpmiddel van de onderzoeker is de Steekproefmethode. Deze methode wordt gebruikt als er enquêtes moeten worden afgenomen.
Voorbeeld: Je moet te weten komen hoeveel klanten op de hoogte zijn van een aanbieding. Er zijn 5000 klanten. Je kunt dan een enquête organiseren onder 5000 klanten. Je vraagt aan 5000 klanten “Kent u het nieuwe product dat we aanbieden voor € 250,-?” Als dan 1000 klanten zeggen dat ze van de aanbieding hebben gehoord en 4000 zeggen dat ze er niet van hebben gehoord dan is dat 20%. Het antwoord op je onderzoeksvraag is dan: 20% heeft van de aanbieding gehoord. Probleem: Hoe ga je 5000 klanten benaderen? Dat kost erg veel tijd en geld. (..”kan het niet goedkoper?”)
Een oplossing die NIET WERKT: Je kunt het aan 2 klanten vragen…. Dat is veel te weinig. (maar heel goedkoop) Je kunt het ook aan 1000 klanten vragen…. Dat is nog steeds erg veel (en te duur)
De Steekproefmethode met behulp van Excel en een Steekproefrekentool op internet. We gaan een aantal klanten selecteren voor de enquête. Dit heet Steekproefbepaling. Regel 1 Je mag niet van te voren bepaalde klanten uitzoeken voor je enquête.Het moet een willekeurige keuze zijn uit het klantenbestand. Regel 2 Iedere klant moet een (dus) even grote kans hebben om mee te doen aan de enquête. Regel 3 Het moeten er niet te weinig zijn. Regel 4 Het moeten er niet teveel zijn waardoor het erg veel tijd/ geld kost.
Stap 1: Bepaal hoeveel klanten je nodig hebt om mee te doen. Dit doen we met een rekentooltje http://onderzoekscoaching.nl/cms/coaching/index.php
UITLEG: Het rekentooltje heeft een aantal velden die je in moet vullen. Je moet bijvoorbeeld invullen hoe groot je ‘populatie’ is. ‘Populatie’ betekent ‘de hele groep waar je onderzoek over gaat’. In dit geval zijn dat de 5000 klanten. De populatie is dus 5000. [De andere velden kan je laten staan op 50% spreiding, 95% betrouwbaarheid en 5% nauwkeurigheid. Zoals al is ingevuld]. Klik op “Reken”. In het onderste veld verschijnt het aantal klanten dat je mee moet laten doen aan de enquête.
Stap 2: Je hebt nu berekent hoeveel enquêtes je moet afnemen voor je onderzoek. In dit voorbeeld zijn dat 357 enquêtes. Dat betekent dat je aan 357 klanten moet vragen “Kent u het nieuwe product dat we aanbieden voor € 250,-?”. Nu moet je uit de 5000 klanten dus willekeurig 357 klanten selecteren om mee te doen. EXCEL: Het programma Excel kan je helpen om een willekeurig aantal van 357 klanten te selecteren. In onderstaand voorbeeld leg ik uit hoe je gebruik kunt maken van de formule =ASELECT(). Als je deze regel in een cel van Excel typt dan ‘bedenkt’ de computer zelf een willekeurig getal bij een adres/klant.
We geven een voorbeeld voor een bestand van 5 klanten waar je er 2 willekeurig uit moet kiezen. Stap 1: Zet je klantenbestand in EXCEL (Of zet een deel van de gegevens zoals naam, telefoonnummer in Excel) (fig 1) Voeg een extra kolom toe =Aselect(), in elke cel staat de formule =Aselect(). Je ziet dat Excel alle klanten een uniek nummer heeft gegeven. Als je nu het hele bestand sorteert op het ASELECT nummer van laag naar hoog krijg je de volgende lijst. Excel geeft nu dus aan welke bedrijven mee moeten doen aan de enquête. Als je onderzoek gaat over deze 5 klanten en je moet er 2 willekeurig kiezen dan moet je Dhr. Nelissen van de firma Kwaaij een enquête sturen en Dhr. Stuijt van de Firma Dendermonde. In dit voorbeeld ging het om 5 bedrijven waarvan je er 2 moet kiezen. Maar het werkt op precies dezelfde manier als je een bestand hebt met 5000 klanten en je moet er 357 selecteren. Als je wilt weten waarom je al die moeite moet doen voor een onderzoek zie mijn vorige BLOGARTIKEL: Basiskennis onderzoek (MBO3) Waarom nemen we steekproeven?